Bouw- en aanbestedingsrecht

Bij het realiseren van vastgoed zijn veel partijen betrokken. De relaties tussen opdrachtgever en opdrachtnemer die hieruit voortvloeien, worden in het Kantoor huren Amsterdam algemeen vastgelegd in overeenkomsten1. In het Burgerlijk Wetboek (BW) zijn verschillende algemene wettelijke kaders opgenomen met betrekking tot overeenkomsten, waaronder een aantal bepalingen die gelden voor de zogenaamde “aanneming van werk”. Binnen afzienbare termijn zullen deze bepalingen worden vernieuwd (titel 7.12 BW). Zowel de huidige als de toekomstige regeling gaat echter niet specifiek in op de aanneming van bouwwerken. Dit vindt waarschijnlijk zijn oorzaak in de standaarden die de markt specifiek voor de bouw heeft ontwikkeld en breed toepast. In dit hoofdstuk wordt eerst stilgestaan bij de voorwaarden die veelal worden gehanteerd bij de architectenovereenkomst en bij de uniforme voorwaarden die veelal worden gehanteerd bij aannemingsovereenkomsten. Vervolgens wordt het aanbesteden van werken, leveringen en diensten beschreven, waarbij aandacht wordt geschonken aan het zogenaamde “Europees aanbesteden” door de overheid. Het hoofdstuk gaat tot slot in op enkele verzekeringen die specifiek tijdens het ontwerp- en bouwproces afgesloten kunnen worden en er wordt een paragraaf gewijd aan de manier waarop partijen kunnen omgaan met een geschil. 6.2 Bouwcontracten 6.2.1 Architectenovereenkomst De belangrijkste architectenvoorwaarden zijn de Standaardvoorwaarden 1997 Rechtsverhouding opdrachtgever-architect (SR 1997). Deze zijn vastgesteld door de Bond van Nederlandse Architecten (BNA). Hoofdverplichtingen van de architect In de overeenkomst dienen de exacte werkzaamheden, de hoofdverplichtingen, die aan de architect worden opgedragen, te worden vastgelegd. Deze hoofdverplichtingen kunnen worden ondergebracht in een of meer van de volgende fasen.
1 Overeenkomst is een synoniem van contract.
COMMERCIEEL VASTGOED
1. Ontwerpfase 2. Aanbestedingsfase 3. Directievoeringsfase In de ontwerpfase zijn de Bedrijfsruimte huren Arnhem werkzaamheden van de architect erop gericht een bouwplan op te stellen dat technisch deugdelijk, financieel haalbaar en juridisch uitvoerbaar is. De eis van technisch deugdelijk houdt in dat de architect bij het maken van de ontwerpen rekening houdt met de “state of the art” op dat moment. Een technisch volmaakt ontwerp is niettemin voor de opdrachtgever zonder waarde indien de uitvoering ervan voor hem financieel niet haalbaar is. De architect moet zich daarom eerst op de hoogte stellen van het bedrag dat de opdrachtgever voor de bouw beschikbaar heeft. Vervolgens dient hij een ontwerp te maken dat ongeveer voor dat bedrag gerealiseerd zal kunnen worden. Tot slot mag van de architect verwacht worden dat hij rekening houdt met de kantoorpand te huur in Den Haag juridische voorschriften die voor zijn ontwerp relevant zijn. Bij de beoordeling van het feit of een architect zijn opdracht juist heeft uitgevoerd, blijft de esthetische waarde van het ontwerp buiten beschouwing. Uiteraard dient het ontwerp wel te voldoen aan redelijke eisen, bijvoorbeeld de eisen van de welstandscommissie. Dit laatste vloeit voort uit de eis dat het ontwerp juridisch uitvoerbaar moet zijn. De esthetische waarde kan evenmin buiten beschouwing blijven wanneer de opdrachtgever uitdrukkelijk bepaalde eisen heeft gesteld aan de uiterlijke verschijningsvorm. De esthetische waarde wordt op deze manier een onderdeel van het contract. De architect kan de opdrachtgever assisteren tijdens de aanbestedingsfase bij het tot stand brengen van een uitvoeringscontract met een aannemer. De architect adviseert in dat geval de opdrachtgever over de te volgen aanbestedingsprocedure, dc keuze van de gegadigden die uitgenodigd gaan worden voor deelneming aan de aanbesteding en de uiteindelijke gunning van de opdracht. In de directievoeringsfase dient de architect erop toe te zien dat het werk wordt uigevoerd naar de eisen van het bestek en binnen de uitvoeringstermijn die met de aannemer overeengekomen is. Daarnaast dient hij in te grijpen als de aannemer zijn werk niet goed doet of als zich andersoortige problemen voordoen. Bij de uitoefening van zijn taken behoeft de architect een zekere mate van vertegenwoordigingsbevoegdheid. De SR gaat niet verder dan het aangeven van de mate waarin de directievoerende architect namens de opdrachtgever mag optreden tegenover de aannemer.
BOUW- EN AANBESTEDINGSRECHT
Ook al is het een architect niet toegestaan een opdrachtgever te binden, hij kan het wel. Hij pleegt dan een wanprestatie jegens de opdrachtgever, maar deze is desondanks toch gebonden. Om dit te voorkomen, dient zowel in het contract met de architect als in het contract met de aannemer duidelijk afgesproken te worden in welke mate een architect de opdrachtgever kan binden. Aansprakelijkheidsbeperkingen (exoneraties)
De architect is aansprakelijk voor schade die een rechtstreeks gevolg is van een verwijtbare fout. Als maatstaf hiervoor geldt een normaal zorgvuldig en deskundig architect. Voor alle andere schade is de architect niet aansprakelijk. Bij schade waarvoor de architect aansprakelijk kan worden gesteld, wordt voorts de vergoedingsplicht gelimiteerd. De schadeloosstelling wordt beperkt tot een bedrag dat gelijk is aan het honorarium van de architect, met een maximum van € 680.670,- (ƒ 1,5 miljoen). Daarnaast wordt de aansprakelijkheidsduur beperkt tot vijf jaar na de dag van oplevering. Naast de algemene aansprakelijkheidsbeperking bevat de SR voorts speciale aansprakelijkheidsregelingen voor rechtstreekse schade die het gevolg is van een bevoegdheidsoverschrijding en voor verwijtbare overschrijding van de overeengekomen bouwkosten. De bedrijfsruimte huren in Tilburg besproken aansprakelijkheidsbeperkingen kunnen gemakkelijk leiden tot een wanverhouding tussen de schade die de opdrachtgever lijdt en de mate waarin de opdrachtgever deze kan verhalen op de architect. Dit soort exoneratiebedingen kunnen, gelet op de omstandigheden van het geval, onredelijk bezwarend zijn voor de opdrachtgever en daarom op grond van de wet (artikel 6:233 BW) vernietigbaar zijn. Aangezien in de SR het ArbitrageInstituut Bouwkunst als rechterlijke instantie is aangewezen, is het