Tagarchief: Kantoor huren Amsterdam

de vastgoedmanager

de vastgoedmanager

In dit hoofdstuk staat de bedrijfspand huren Arnhem rol van de vastgoedmanager centraal. Vastgoed verandert
immers niet vanzelf. Het zijn altijd mensen die – onder leiding van de Kantoor huren Amsterdam manager – het
vastgoed door hun handelen aanpassen. Managen is het leiden van mensen, de mensen
in beweging krijgen en houden, met de bedrijfspand huren tilburg blik gericht op het realiseren van waarden.
Hiervoor moet de manager zelf ‘in leven’ zijn, door voortdurend in contact te staan
met mensen die hem voeden en aanzetten tot leren. De kantoorruimte huren centrum Eindhoven vastgoedmanager heeft oog
voor die voortdurende veranderingen en weet die te vertalen in actie. Actie, die door
de medewerkers wordt gedragen. De manager weet te inspireren en is zich bewust dat
met samenwerken meer kan worden bereikt dan wanneer ieder voor zich werkt.
De vastgoedmanager kent in ieder geval zijn plicht om te zorgen dat vastgoed geen
negatieve invloed heeft op de veiligheid en de gezondheid van de gebruikers en de
mensen in en rond het gebouw. Deze plicht geldt voor iedereen die bij het bouwen en
beheren van vastgoed betrokken is: naast de vastgoedmanagers zijn dat de architecten,
de ingenieurs en bouwers, maar ook de onderaannemers en de toeleveranciers. Bij
overtredingen treedt de Wet op de Economische Delicten in werking. Per l april 2007
is de zorgplicht opgenomen in de Woningwet, die zich uitstrekt tot alle bouwwerken
en niet alleen tot woningen!

Structuurplan

Structuurplan
In het structuurplan legt de Kantoor huren Amsterdam gemeenteraad zijn toekomstig ruimtelijk beleid vast. Het was in eerste instantie bedoeld als een indicatief plan, als voorloper voor een bestemmingsplan. In de praktijk wordt voorafgaand aan de vaststelling van een bestemmingsplan ook veel gewerkt met nota’s en structuurplannen of-schetsen, maar deze hebben veelal niet de formele status van een structuurplan. Bestemmingsplan
Het bedrijfspand huren Arnhem bestemmingsplan is hét instrument om aan het planologische beleid gestalte te geven, want het is het enige plan dat de burgers rechtstreeks bindt; het plan heeft zogezegd juridische gevolgen. Het belangrijkste juridische gevolg is dat, tenzij vrijstelling is verleend (zie hierna), de aanvraag van een bouwvergunning moet worden geweigerd als deze niet in overeenstemming is met het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan wordt in het algemeen door de gemeenteraad opgesteld en heeft twee functies: enerzijds die van ruimtelijke ontwikkelings

OVERIGE JURIDISCHE ASPECTEN

richtingen en anderzijds die van gebruik, beheer en handhaving. In het bestemmingsplan wordt de bestemming van het in het plan begrepen gebied aangewezen en worden zo nodig in verband met die bestemming voorschriften gegeven omtrent het kantoor huren den haag  gebruik van de grond en de zich daarop bevindende opstallen. Naast gebruiksvoorschriften bevat het bestemmingsplan voorschriften ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, het bebouwingsoppervlak en de helling van daken, de zogenaamde bouwvoorschriften. Vrijstellingsmogelijkheden van het bestemmingsplan
A. Zelfstandige projectprocedure artikel 19 WRO
De gemeenteraad kan voor de verwezenlijking van een project vrijstelling verlenen van het geldende bestemmingsplan, mits het plan is voorzien van een goede ruimtelijke onderbouwing en vooraf van GS de verklaring is ontvangen dat zij tegen het verlenen van vrijstelling geen bezwaar hebben. Het vrijstellingsbesluit moet een omschrijving van het project bevatten, evenals de ruimtelijke onderbouwing en de afwegingen die aan het verlenen van vrijstelling ten grondslag liggen. Vereisten voor projectvrijstelling:
a. Relatie met toekomstig beleid3. Als een gemeenteraad vrijstelling wil verlenen, dient daarvoor een goede ruimtelijke onderbouwing gegeven te worden. Bij voorkeur wordt hieronder een gemeentelijk structuurplan verstaan. Indien er geen gemeentelijk structuurplan is of wordt opgesteld, moet bij de ruimtelijke onderbouwing in elk geval worden ingegaan op de relatie met het geldende bestemmingsplan, of gemotiveerd worden waarom het te realiseren project past binnen de (toekomstige) bestemming van het betrokken gebied.
b. Verklaring van geen bezwaar. Voordat de gemeenteraad vrijstelling mag verlenen, moet de raad beschikken over een verklaring van geen bezwaar van GS. Als criterium voor de weigering van een verklaring van geen bezwaar noemt de wet: strijd met een goede ruimtelijke ordening.
3 Ten opzichte van het bedrijfspand huren tilburg  oude artikel 19 wordt in het nieuwe artikel 19 (Stb. 1999, 302 in werking getreden per 3 april 2000) de band met het toekomstige bestemmingsplan doorgesneden. De gedachte van anticipatie op een aanstaande bestemmings- planherziening, zoals verwoord in het oude artikel 19, is daarmee verdwenen.
203

Bouw- en aanbestedingsrecht

Bouw- en aanbestedingsrecht

Bij het realiseren van vastgoed zijn veel partijen betrokken. De relaties tussen opdrachtgever en opdrachtnemer die hieruit voortvloeien, worden in het  Kantoor huren Amsterdam algemeen vastgelegd in overeenkomsten1. In het Burgerlijk Wetboek (BW) zijn verschillende algemene wettelijke kaders opgenomen met betrekking tot overeenkomsten, waaronder een aantal bepalingen die gelden voor de zogenaamde “aanneming van werk”. Binnen afzienbare termijn zullen deze bepalingen worden vernieuwd (titel 7.12 BW). Zowel de huidige als de toekomstige regeling gaat echter niet specifiek in op de aanneming van bouwwerken. Dit vindt waarschijnlijk zijn oorzaak in de standaarden die de markt specifiek voor de bouw heeft ontwikkeld en breed toepast. In dit hoofdstuk wordt eerst stilgestaan bij de voorwaarden die veelal worden gehanteerd bij de architectenovereenkomst en bij de uniforme voorwaarden die veelal worden gehanteerd bij aannemingsovereenkomsten. Vervolgens wordt het aanbesteden van werken, leveringen en diensten beschreven, waarbij aandacht wordt geschonken aan het zogenaamde “Europees aanbesteden” door de overheid. Het hoofdstuk gaat tot slot in op enkele verzekeringen die specifiek tijdens het ontwerp- en bouwproces afgesloten kunnen worden en er wordt een paragraaf gewijd aan de manier waarop partijen kunnen omgaan met een geschil. 6.2 Bouwcontracten 6.2.1 Architectenovereenkomst De belangrijkste architectenvoorwaarden zijn de Standaardvoorwaarden 1997 Rechtsverhouding opdrachtgever-architect (SR 1997). Deze zijn vastgesteld door de Bond van Nederlandse Architecten (BNA). Hoofdverplichtingen van de architect In de overeenkomst dienen de exacte werkzaamheden, de hoofdverplichtingen, die aan de architect worden opgedragen, te worden vastgelegd. Deze hoofdverplichtingen kunnen worden ondergebracht in een of meer van de volgende fasen.
1 Overeenkomst is een synoniem van contract.

COMMERCIEEL VASTGOED
1. Ontwerpfase 2. Aanbestedingsfase 3. Directievoeringsfase In de ontwerpfase zijn de Bedrijfsruimte huren Arnhem werkzaamheden van de architect erop gericht een bouwplan op te stellen dat technisch deugdelijk, financieel haalbaar en juridisch uitvoerbaar is. De eis van technisch deugdelijk houdt in dat de architect bij het maken van de ontwerpen rekening houdt met de “state of the art” op dat moment. Een technisch volmaakt ontwerp is niettemin voor de opdrachtgever zonder waarde indien de uitvoering ervan voor hem financieel niet haalbaar is. De architect moet zich daarom eerst op de hoogte stellen van het bedrag dat de opdrachtgever voor de bouw beschikbaar heeft. Vervolgens dient hij een ontwerp te maken dat ongeveer voor dat bedrag gerealiseerd zal kunnen worden. Tot slot mag van de architect verwacht worden dat hij  rekening houdt met de kantoorpand te huur in Den Haag  juridische voorschriften die voor zijn ontwerp relevant zijn. Bij de beoordeling van het feit of een architect zijn opdracht juist heeft uitgevoerd, blijft de esthetische waarde van het ontwerp buiten beschouwing. Uiteraard dient het ontwerp wel te voldoen aan redelijke eisen, bijvoorbeeld de eisen van de welstandscommissie. Dit laatste vloeit voort uit de eis dat het ontwerp juridisch uitvoerbaar moet zijn. De esthetische waarde kan evenmin buiten beschouwing blijven wanneer de opdrachtgever uitdrukkelijk bepaalde eisen heeft gesteld aan de uiterlijke verschijningsvorm. De esthetische waarde wordt op deze manier een onderdeel van het contract. De architect kan de opdrachtgever assisteren tijdens de aanbestedingsfase bij het tot stand brengen van een uitvoeringscontract met een aannemer. De architect adviseert in dat geval de opdrachtgever over de te volgen aanbestedingsprocedure, dc keuze van de gegadigden die uitgenodigd gaan worden voor deelneming aan de aanbesteding en de uiteindelijke gunning van de opdracht. In de directievoeringsfase dient de architect erop toe te zien dat het werk wordt uigevoerd naar de eisen van het bestek en binnen de uitvoeringstermijn die met de aannemer overeengekomen is. Daarnaast dient hij in te grijpen als de aannemer zijn werk niet goed doet of als zich andersoortige problemen voordoen. Bij de uitoefening van zijn taken behoeft de architect een zekere mate van vertegenwoordigingsbevoegdheid. De SR gaat niet verder dan het aangeven van de mate waarin de directievoerende architect namens de opdrachtgever mag optreden tegenover de aannemer.

BOUW- EN AANBESTEDINGSRECHT
Ook al is het een architect niet toegestaan een opdrachtgever te binden, hij kan het wel. Hij pleegt dan een wanprestatie jegens de opdrachtgever, maar deze is desondanks toch gebonden. Om dit te voorkomen, dient zowel in het contract met de architect als in het contract met de aannemer duidelijk afgesproken te worden in welke mate een architect de opdrachtgever kan binden. Aansprakelijkheidsbeperkingen (exoneraties)
De architect is aansprakelijk voor schade die een rechtstreeks gevolg is van een verwijtbare fout. Als maatstaf hiervoor geldt een normaal zorgvuldig en deskundig architect. Voor alle andere schade is de architect niet aansprakelijk. Bij schade waarvoor de architect aansprakelijk kan worden gesteld, wordt voorts de vergoedingsplicht gelimiteerd. De schadeloosstelling wordt beperkt tot een bedrag dat gelijk is aan het honorarium van de architect, met een maximum van € 680.670,- (ƒ 1,5 miljoen). Daarnaast wordt de aansprakelijkheidsduur beperkt tot vijf jaar na de dag van oplevering. Naast de algemene aansprakelijkheidsbeperking bevat de SR voorts speciale aansprakelijkheidsregelingen voor rechtstreekse schade die het gevolg is van een bevoegdheidsoverschrijding en voor verwijtbare overschrijding van de overeengekomen bouwkosten. De bedrijfsruimte huren in Tilburg   besproken aansprakelijkheidsbeperkingen kunnen gemakkelijk leiden tot een wanverhouding tussen de schade die de opdrachtgever lijdt en de mate waarin de opdrachtgever deze kan verhalen op de architect. Dit soort exoneratiebedingen kunnen, gelet op de omstandigheden van het geval, onredelijk bezwarend zijn voor de opdrachtgever en daarom op grond van de wet (artikel 6:233 BW) vernietigbaar zijn. Aangezien in de SR het ArbitrageInstituut Bouwkunst als rechterlijke instantie is aangewezen, is het