Management control-systemen Bouwstenen van het management control-systeem Werknemers doen zelden precies wat er van ze verwacht wordt, en ook de markten waarop een organisatie actief is zijn verre van perfect. Er kan daarom niet slechts op het prijsmechanisme worden bedrijfsruimte huren amsterdam vertrouwd. Er zullen aanvullende maatregelen moeten worden getroffen om zeker te stellen dat iedereen bijdraagt aan een zo maximaal mogelijke waardecreatie voor de organisatie. Een inkoper zal bijvoorbeeld nooit zeker weten of de prijs die hij heeft betaald voor het gewenste product de laagste is. Een goed bedrijfspand huren Arnhem ingericht control-systeem geeft hem echter betere richtlijnen en meer informatie, die hem in staat stellen om betere beslissingen te nemen. 345 1 0.1.1 VASTGOEDMANAGEMENT Een goed ingericht management control-systeem ( MCS) heeft vijf bouwstenen. Er zijn twee zachte controls: Marktbeheersing en Cultuurbeheersing, en drie harde controls: Inputbeheersing, Procesbeheersing en Outputbeheersing. In de volgende paragrafen zullen deze bouwstenen worden beschreven. Marktbeheersing Informatieasymmetrie betekent dat men niet slechts op het prijsmechanisme kan vertrouwen om markten te beheersen. Producten zijn ook zelden homogeen, waardoor er geen eenduidige prijsstelling kan plaatsvinden. Ook de overheid zorgt met belastingen en subsidies voor een verstoring op de markt. Door gebruik te maken van een controlsysteem kunnen managers de negatieve effecten hiervan tot een kantoorruimte huren centrum Eindhoven minimum beperken. Dit systeem moet managers inzicht geven in alle relevante strategische ontwikkelingen op de markt. Cultuurbeheersing Met cultuurbeheersing doelt men op de cultuur binnen de organisatie. De organisatiecultuur kan ontstaan uit verschillende bronnen, zoals de opvattingen van de oprichter, de nationale cultuur of de noodzaak om zich aan te passen aan de externe omgeving. We kunnen vijf cultuurbeheersingsinstrumenten onderscheiden: – intraorganisationele transfers: denk hierbij aan traineeprogramma’s of personeel om de paar jaar laten wisselen van bedrijfsonderdeel; toon aan de top: het management moet het goede voorbeeld geven; groepsgewijze beloningen: op deze manier kan samenwerking worden gestimuleerd in de sterk individualistische westerse cultuur; gedragscodes: het management stelt documenten op waarin staat beschreven hoe de medewerkers zich moeten gedragen. Deze documenten kantoorpand te huur in Den Haag dienen duidelijk naar de medewerkers te worden gecommuniceerd; fysieke en sociale maatregelen: zowel zichtbare als minder zichtbare kenmerken van de waarden en normen binnen de organisatie. Beheersing van de input In grotere organisaties kunnen managers niet alles zelf doen en zullen ze bepaalde taken moeten delegeren. De medewerkers moeten daarom aan bepaalde voorwaarden voldoen, en ook in staat gesteld worden om hun werk naar behoren uit te voeren. We onderscheiden drie instrumenten voor de beheersing van inputs: – werving en selectie; training; – beschikbaarstelling van benodigde middelen.
Tagarchief: kantoorpand te huur in Den Haag
Philips bouwt in Eindhoven
Philips bouwt in Eindhoven voor (€ 410 miljoen) een nieuw toptechnologiecentrum voor 8.000 mensen. De campus wordt een concentratie van onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten, bedrijfsruimte huren amsterdam die nu over verschillende plaatsen in Eindhoven zijn verspreid. Philips wil een meerwaarde bereiken door het bundelen van research, ontwikkeling en proces- en productietechnologie van onder meer het Centrum voor Fabricage Technieken, Electronic Manufacturing Technology en de hoofdkantoren van Halfgeleiders en Componenten (focus op effectiviteit en efficiëntie in de organisatie; materieel vermogen). De campus moet een open karakter en een internationale uitstraling krijgen (marketingbeleid van de organisatie; commercieel vermogen). Zo wordt de honderden bedrijfspand huren Arnhem meters lange parkeergarage aan de kant van de A2 gebruikt om Philipsproducten of illustraties van activiteiten af te beelden. De arbeidsmarkt voor technici is schaars. Om goede mensen te kunnen lokken uit Nederland en het buitenland moeten we hun een aansprekende werkomgeving bieden (personeelsbeleid van de organisatie; sociaal vermogen). De onderzoekers en ontwikkelaars op de campus moeten prettig kunnen werken en leven. Er gaat nog altijd niets boven persoonlijk contact. We willen de bewoners zo veel mogelijk met elkaar in contact brengen. Behalve in de restaurants kunnen zij elkaar treffen op tennisbanen, in winkeltjes en in de bibliotheek. Bovendien wordt kantoorruimte huren centrum Eindhoven elk bureau uitgerust met de meest geavanceerde communicatieapparatuur voor onder meer videoconferencing (personeels- en communicatiebeleid; sociaal en commercieel vermogen). Daarnaast worden de kantoren zo flexibel mogelijk ingericht en bezet. Veel projecten zullen immers niet lang duren (focus op flexibiliteit; commercieel en denkvermogen). De campus zal in eerste instantie alleen Philipsbedrijven huisvesten. Philips wil hier echter niet te dogmatisch in zijn en kan de campus ook voor 135 5.3 VASTGOEDMANAGEMENT andere bedrijven toegankelijk maken (focus op samenwerking en leren van elkaar; denkvermogen). De panden waar Philips uit wegtrekt zullen deels worden gebruikt om kantoorpand te huur in Den Haag werknemers te huisvesten die nu nog in oude panden zitten. ( Bron: Eindhovens Dagblad, 9 januari 1 999) Kritische fasen tijdens de exploitatie van gebouwen zijn vooral de verzadigingsfase en de teruggangsfase. Treedt laatstgenoemde fase op voordat het gebouw is afgeschreven, dan zullen er exploitatieverliezen ontstaan. Bij het afstoten van een gebouw zal dan sprake zijn van een resterende boekwaarde die boven de verkoopprijs ligt. Gebouwen kennen een lange levensduur. Indien een gebouw eerder dan gepland moet worden aangepast of gesloopt, zullen de verliezen aanzienlijk zijn. Het is dan ook de kunst een gebouw zo lang mogelijk in exploitatie te houden. Zorgvuldig met een gebouw omgaan is noodzakelijk. Het is van belang op tijd in te spelen op signalen dat vraag en aanbod niet meer op elkaar aansluiten, of dat een gebouw te vroeg in de verzadigingsfase terechtkomt. Een gebouw verliest zijn functie op het moment dat het tijdens de levenscyclus overgaat van de verzadigingsfase in de teruggangsfase. In de regel voltrekt een dergelijk proces zich binnen enkele jaren, voordat duidelijk wordt dat een object in de teruggangsfase terecht is gekomen.
Welke soorten trends zijn er?
Welke soorten trends zijn er?
We kunnen een onderscheid maken in macro-, mini- en microtrends.
Macrotrends
De bedrijfsruimte huren amsterdam term ‘macro’ heeft niets met de omvang van de trend te maken, maar eerder met de sporen die deze nalaat in de bedrijfspand huren Arnhem maatschappij. Macrotrends veranderen langzaam het normen- en waardenpatroon van onze samenleving. De levensduur van een macrotrend kan enorm variëren. We moeten rekening houden met periodes van 15 tot 50 jaar. Trends komen zeer langzaam op en zijn daardoor zo goed als onzichtbaar. De kantoorruimte huren centrum Eindhoven langzame ontwikkeling van trends betekent dat we onbewust worden meegesleurd en een trend als vanzelfsprekend ervaren. Pas vele jaren later worden we ons dan bewust van wat ons is overkomen. Macrotrends hebben vaak een overrompelende kracht. Vanwege het langzame tempo waarin een macrotrend zich doorzet hoort men vaak: “Oh, het zal mijn tijd wel duren!” Echter, door de overrompelende kracht van een macrotrend heeft deze houding vaak desastreuze gevolgen. Managers die macrotrends vroegtijdig waarnemen en hierdoor als het kantoorpand te huur in Den Haag ware een maatschappelijke stroming kunnen voorspellen, zijn in het voordeel bij het waarborgen van de continuïteit van de eigen organisatie. Wat we ook doen, een macrotrend kunnen we niet voorkomen, hoogstens iets vertragen.
Minitrends
Minitrends vormen één van de vele verschijnings- en verspreidingsvormen van een macrotrend. Ze laten kleinere en ondiepere sporen na en hebben een veel kortere levensloop. Ze worden vaak verward met de onderliggende macrotrend. Een minitrend geeft echter veel minder richting aan ons leven dan een macrotrend, maar is daarentegen wel beter waar te nemen. Hierdoor zijn we ons sneller en beter bewust van een minitrend dan van een macrotrend. Minitrends hebben een levensduur van 5 tot 15 jaar.
De vraag naar vastgoed
De vraag naar vastgoed
hangt af van de kantoorpand te huur Amsterdam volgende determinanten:
1. de prijs van vastgoed: naarmate vakantiebungalows goedkoper worden zullen meer mensen geneigd zijn er een te kopen;
2. het kantoor huren te Arnhem inkomen van mensen of organisaties: wanneer mensen meer verdienen of bedrijven meer winst maken zal hun vraag naar kwalitatief goed vastgoed stijgen;
3. prijzen van gerelateerde goederen: wanneer koopwoningen duurder worden ten opzichte van woonboten zal de vraag naar woonboten toenemen;
4. de kantoorpand te huur in Den Haag smaak van kopers: wanneer iedereen in een oud woonboerderijtje of een Amsterdams grachtenpand wil wonen zal de vraag naar deze vastgoedobjecten toenemen;
5. de verwachtingen van mensen of organisaties: wanneer bedrijven optimistisch zijn over hun toekomstige verdiensten kunnen zij besluiten meer geld aan vastgoed uit te geven, waardoor de vraag naar vastgoed toeneemt;
6. het aantal partijen: wanneer veel mensen in een koopwoning willen wonen neemt de vraag naar koopwoningen toe. Hetzelfde effect treedt op als veel ondernemingen hun (hoofd)kantoren in de Randstad willen vestigen.
De vraag naar vastgoed wordt bepaald door het gedrag van kopers op de vastgoedmarkt. Naast kopers spelen de producenten dan wel aanbieders van vastgoed een belangrijke rol. Zij bepalen het aanbod op de vastgoedmarkt: de hoeveelheid vastgoed die aanbieders kunnen en willen verkopen. Het aanbod wordt bepaald door de volgende determinanten:
1. de bedrijfsruimte te huur in tilburg prijs. Wanneer producenten een hoge prijs voor hun vastgoed kunnen krijgen is het erg winstgevend om vastgoed aan te bieden. Door deze hoge winstgevendheid zullen producenten veel vastgoed willen aanbieden. Dit verschijnsel wordt de wet van het toenemende aanbod genoemd: als de prijzen – ceteris paribus – stijgen, zal ook de aangeboden hoeveelheid stijgen;
2. de prijs van grondstoffen. Als de beton- en houtprijzen sterk stijgen is het minder winstgevend om vastgoed aan te bieden, waardoor het aanbod daalt;
3. de productietechnologie. Voortgaande technische innovaties maken het mogelijk de bouwkosten van vastgoed te drukken, waardoor de aangeboden hoeveelheid zal stijgen;
4. de verwachtingen van producenten. Wanneer de producenten optimistisch zijn over
Zekerheid bestaat niet
Zekerheid bestaat niet
Eigenlijk moet deze hoofdwet anders worden geformuleerd, namelijk preciezer:
hoe hoger het goedkoop kantoor huren tilburg potentiële rendement, hoe hoger het potentiële verlies. Beleggen
gaat over kansen, niet over zekerheden, over statistiek dus. En statistiek
gaat over grote aantallen. Een mooie illustratie werd pas gegeven in een van
de bedrijfspand huren Arnhem opgaven van de Wetenschapsquiz 1 997. Die luidde als volgt: u hebt in een
quiz 1 . 000 gulden gewonnen. U mag het geld mee naar huis nemen of inzetten
in het bekende kop-of-muntspel. Bij kop wordt het bedrag verdubbeld. Bij
munt krijgt u maar de helft. Wat is de Bedrijfsruimte huren Haarlem juiste statistische redenering? Het juiste
antwoord, zo stelde NWO, de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk
Onderzoek, is dat u de gok moet wagen. De redenering is als volgt. Volgens de
statistiek is de winstverwachting kans maal opbrengst. Dus als u niet gokt,
is uw winstverwachting 1 00% x 1 . 000 is 1 . 000 gulden. Als u wel gokt is uw
winstverwachting (50% x 2. 000) + (50% x 500) is 1 . 250 gulden. U moet dus
gokken. Dat antwoord is statistisch gezien volkomen juist. Waarom voelt het
dan toch niet lekker? Dat komt omdat u een zeer reële kans hebt om, als u gokt,
de helft van uw geld te verliezen. Toch zegt statistiek dat uw winstverwachting
bij gokken hoger wordt. Maar statistiek geldt voor grote aantallen. Dat betekent
dat dit de juiste strategie is voor een grote groep gokkers die de opbrengst
samen delen. Naarmate de groep groter wordt, zal de kans dat de gemiddelde
opbrengst per gokker 1 . 250 gulden wordt tot bijna 100% stijgen. Als u het bedrijfspand huren Arnhem spelletje
een keer individueel speelt, gaat de vlieger niet op. U hebt 50% kans om
500 gulden te verliezen en u hebt ook 50% kans om 1 . 000 gulden extra te winnen.
Dat is alles. Statistiek gaat over grote aantallen, grote groepen, lange tijd.
En dat moet u nooit uit het oog verliezen als u gaat beleggen. In advertenties
die de zegeningen van het beleggen in aandelen bezingen, kom t vaak een zin
voor als “het rendement op aandelen is de afgelopen 20 jaar gemiddeld 15%
geweest, veel hoger dan op de spaarrekening’; waarbij de percen tages kunnen
variëren afhankelijk van de bedoelde aandelen. Dat is volkomen waar. Maar
de zin wordt vaak gebruikt om te suggereren dat aandelen voor iedereen, en
altijd, een goede belegging zijn. Maar niet ieder aandeel is gemiddeld zo veel
gestegen. Een gemiddelde is een sta tistische grootheid. Zij is slechts van mogelijk
belang voor een belegger die zijn geld voor minstens 20 jaar vastzet en die
in alle aandelen belegt. Zelfs dan kan hij nog niet op 15% rendement rekenen,
wan t statistiek voorspelt kansen, geen zekerheden. Bovendien is de kans dat
de geschiedenis zich herhaalt onbekend. En als uw beleggingshorizon korter is
dan 20 jaar hebt u nog minder aan dit gegeven. Slech ts twee zaken staan vast.
Het gemiddelde rendement op aandelen is in het verleden hoger geweest dan
het gemiddelde rendement op een spaarrekening. En aandelen hebben sterker
gefluctueerd dan de rente. Daaruit volgt dat de kans op een hoog rendement
bij een belegging in aandelen groter is dan bij een spaarrekening. En daar
komt de eerste hoofdwet van beleggen vandaan. Alle algemene opvattingen
over het risicoprofiel van verschillende soorten beleggingen zijn op statistische
en historische gegevens gebaseerd, op het verleden dus, en op kansen. Pas als
u zich dat volkomen realiseert, hebt u er wat aan, anders leidt het maar tot
Waardebepaling volgens de WOZ
Waardebepaling volgens de WOZ
De WOZ maakt voor de bedrijfsruimte huren amsterdam waardebepaling onderscheid tussen woningen en nietwoningen. Voor woningen (en beschermde monumenten) moet de waarde in het economisch verkeer worden bepaald. In de bedrijfsgrond huren Arnhem eerdergenoemde Waarderingsinstructie wordt als waarderingsmethode de ‘vergelijkingsme- thode’ gesuggereerd. Daarbij worden, kort samengevat, feitelijke transactieprijzen van vergelijkbare woningen als uitgangspunt genomen. Van woningen zijn, zeker in vergelijking met niet-woningen, veel verkoopprijzen beschikbaar, waardoor in de kantoorpand te huur in Den Haag meeste gevallen met behulp van vergelijkingen effectief en efficiënt de waarde van een object in het economisch verkeer kan worden bepaald. In de Waarderingsinstructie zijn uitgebreide randvoorwaarden beschreven met betrekking tot de transactieprijzen die gehanteerd kunnen worden en de woningen die als referentie kunnen dienen.
Wijziging van de waarde van de onroerende zaak, bijvoorbeeld als gevolg van renovatie of uitbreiding, kan leiden tot een nieuwe beschikking binnen de periode van vier jaar. Hiervoor zijn drempels opgenomen in de WOZ. Ook nieuwe eigenaren of gebruikers kunnen een nieuwe beschikking aanvragen, waartegen beroep kan worden aangetekend.
http://www.baxhouthandel.
www.jilster.nl/
FISCALITEITEN
Voor niet-woningen geldt van de waarde in het economisch verkeer of de vervangingswaarde de hoogste waarde. Bij de kantoorruimte huren centrum Eindhoven waarde in het economisch verkeer wordt uitgegaan van de waarde voor een andere dan de huidige eigenaar, bij de vervangingswaarde wordt de waarde voor de huidige eigenaar als uitgangspunt genomen. Een aantal vastgoedobjecten is immers dermate incourant dat er geen sprake kan zijn van ‘economisch verkeer’. Voorbeelden van objecten waarvoor weinig of geen kopers zijn te vinden, zijn elektriciteitscentrales, rioolwaterzuiveringen, brandweerkazernes, universiteitsgebouwen en sanatoria
Bouw- en aanbestedingsrecht
Bouw- en aanbestedingsrecht
Bij het realiseren van vastgoed zijn veel partijen betrokken. De relaties tussen opdrachtgever en opdrachtnemer die hieruit voortvloeien, worden in het Kantoor huren Amsterdam algemeen vastgelegd in overeenkomsten1. In het Burgerlijk Wetboek (BW) zijn verschillende algemene wettelijke kaders opgenomen met betrekking tot overeenkomsten, waaronder een aantal bepalingen die gelden voor de zogenaamde “aanneming van werk”. Binnen afzienbare termijn zullen deze bepalingen worden vernieuwd (titel 7.12 BW). Zowel de huidige als de toekomstige regeling gaat echter niet specifiek in op de aanneming van bouwwerken. Dit vindt waarschijnlijk zijn oorzaak in de standaarden die de markt specifiek voor de bouw heeft ontwikkeld en breed toepast. In dit hoofdstuk wordt eerst stilgestaan bij de voorwaarden die veelal worden gehanteerd bij de architectenovereenkomst en bij de uniforme voorwaarden die veelal worden gehanteerd bij aannemingsovereenkomsten. Vervolgens wordt het aanbesteden van werken, leveringen en diensten beschreven, waarbij aandacht wordt geschonken aan het zogenaamde “Europees aanbesteden” door de overheid. Het hoofdstuk gaat tot slot in op enkele verzekeringen die specifiek tijdens het ontwerp- en bouwproces afgesloten kunnen worden en er wordt een paragraaf gewijd aan de manier waarop partijen kunnen omgaan met een geschil. 6.2 Bouwcontracten 6.2.1 Architectenovereenkomst De belangrijkste architectenvoorwaarden zijn de Standaardvoorwaarden 1997 Rechtsverhouding opdrachtgever-architect (SR 1997). Deze zijn vastgesteld door de Bond van Nederlandse Architecten (BNA). Hoofdverplichtingen van de architect In de overeenkomst dienen de exacte werkzaamheden, de hoofdverplichtingen, die aan de architect worden opgedragen, te worden vastgelegd. Deze hoofdverplichtingen kunnen worden ondergebracht in een of meer van de volgende fasen.
1 Overeenkomst is een synoniem van contract.
COMMERCIEEL VASTGOED
1. Ontwerpfase 2. Aanbestedingsfase 3. Directievoeringsfase In de ontwerpfase zijn de Bedrijfsruimte huren Arnhem werkzaamheden van de architect erop gericht een bouwplan op te stellen dat technisch deugdelijk, financieel haalbaar en juridisch uitvoerbaar is. De eis van technisch deugdelijk houdt in dat de architect bij het maken van de ontwerpen rekening houdt met de “state of the art” op dat moment. Een technisch volmaakt ontwerp is niettemin voor de opdrachtgever zonder waarde indien de uitvoering ervan voor hem financieel niet haalbaar is. De architect moet zich daarom eerst op de hoogte stellen van het bedrag dat de opdrachtgever voor de bouw beschikbaar heeft. Vervolgens dient hij een ontwerp te maken dat ongeveer voor dat bedrag gerealiseerd zal kunnen worden. Tot slot mag van de architect verwacht worden dat hij rekening houdt met de kantoorpand te huur in Den Haag juridische voorschriften die voor zijn ontwerp relevant zijn. Bij de beoordeling van het feit of een architect zijn opdracht juist heeft uitgevoerd, blijft de esthetische waarde van het ontwerp buiten beschouwing. Uiteraard dient het ontwerp wel te voldoen aan redelijke eisen, bijvoorbeeld de eisen van de welstandscommissie. Dit laatste vloeit voort uit de eis dat het ontwerp juridisch uitvoerbaar moet zijn. De esthetische waarde kan evenmin buiten beschouwing blijven wanneer de opdrachtgever uitdrukkelijk bepaalde eisen heeft gesteld aan de uiterlijke verschijningsvorm. De esthetische waarde wordt op deze manier een onderdeel van het contract. De architect kan de opdrachtgever assisteren tijdens de aanbestedingsfase bij het tot stand brengen van een uitvoeringscontract met een aannemer. De architect adviseert in dat geval de opdrachtgever over de te volgen aanbestedingsprocedure, dc keuze van de gegadigden die uitgenodigd gaan worden voor deelneming aan de aanbesteding en de uiteindelijke gunning van de opdracht. In de directievoeringsfase dient de architect erop toe te zien dat het werk wordt uigevoerd naar de eisen van het bestek en binnen de uitvoeringstermijn die met de aannemer overeengekomen is. Daarnaast dient hij in te grijpen als de aannemer zijn werk niet goed doet of als zich andersoortige problemen voordoen. Bij de uitoefening van zijn taken behoeft de architect een zekere mate van vertegenwoordigingsbevoegdheid. De SR gaat niet verder dan het aangeven van de mate waarin de directievoerende architect namens de opdrachtgever mag optreden tegenover de aannemer.
BOUW- EN AANBESTEDINGSRECHT
Ook al is het een architect niet toegestaan een opdrachtgever te binden, hij kan het wel. Hij pleegt dan een wanprestatie jegens de opdrachtgever, maar deze is desondanks toch gebonden. Om dit te voorkomen, dient zowel in het contract met de architect als in het contract met de aannemer duidelijk afgesproken te worden in welke mate een architect de opdrachtgever kan binden. Aansprakelijkheidsbeperkingen (exoneraties)
De architect is aansprakelijk voor schade die een rechtstreeks gevolg is van een verwijtbare fout. Als maatstaf hiervoor geldt een normaal zorgvuldig en deskundig architect. Voor alle andere schade is de architect niet aansprakelijk. Bij schade waarvoor de architect aansprakelijk kan worden gesteld, wordt voorts de vergoedingsplicht gelimiteerd. De schadeloosstelling wordt beperkt tot een bedrag dat gelijk is aan het honorarium van de architect, met een maximum van € 680.670,- (ƒ 1,5 miljoen). Daarnaast wordt de aansprakelijkheidsduur beperkt tot vijf jaar na de dag van oplevering. Naast de algemene aansprakelijkheidsbeperking bevat de SR voorts speciale aansprakelijkheidsregelingen voor rechtstreekse schade die het gevolg is van een bevoegdheidsoverschrijding en voor verwijtbare overschrijding van de overeengekomen bouwkosten. De bedrijfsruimte huren in Tilburg besproken aansprakelijkheidsbeperkingen kunnen gemakkelijk leiden tot een wanverhouding tussen de schade die de opdrachtgever lijdt en de mate waarin de opdrachtgever deze kan verhalen op de architect. Dit soort exoneratiebedingen kunnen, gelet op de omstandigheden van het geval, onredelijk bezwarend zijn voor de opdrachtgever en daarom op grond van de wet (artikel 6:233 BW) vernietigbaar zijn. Aangezien in de SR het ArbitrageInstituut Bouwkunst als rechterlijke instantie is aangewezen, is het