Tagarchief: kantorruimte huren centrum Eindhoven

Een energiezuiniger kantoorgebouw

Bovendien wordt een energiezuiniger kantoorgebouw – met corresponderende 301 9.1.2 VASTGOEDMANAGEMENT lagere servicekosten – sterk gewaardeerd door kantoorgebruikers. Hoewel investeringen in duurzame oplossingen voor kantoorgebouwen pas op de lange termijn zullen worden terugverdiend, nemen eigenaren steeds vaker het initiatief bedrijfsruimte huren amsterdam tot energiebesparende maatregelen. Dat vereist een flinke investering, maar het resultaat van die investering is dat het energieverbruik vermindert, zodat de energierekening en de servicekosten dalen. De energiebesparing komt daarmee vooral ten goede aan de huurder. Wanneer de eigenaar zelf ook profiteert van zijn investering neemt de bereidheid om te investeren toe. De resultaten uit het onderzoek geven aan dat energiezuinigheid een belangrijke rol speelt in de huisvestingskeuze van kantoorgebruikers. Doorgaans blijken deze bereid om voor een energiezuiniger pand extra huur te betalen. Ook zijn er aanwijzingen dat de verhuurbaarheid toeneemt. Een bedrijfspand huren Arnhem verbetering van de energieprestatie vermindert daarmee het leegstandsrisico voor de eigenaar. Dat is een stimulans voor eigenaren om in energiezuinige maatregelen te investeren. Klanttevredenheid De klanttevredenheid kan worden gemeten door enquêtes naar de huisvestingssatisfactie (zie hoofdstuk 6). De huisvestingssatisfactie kan worden gemeten bij verhuur en bij vertrek van de huurder – de zogenoemde exit-interviews – en levert belangrijke informatie voor beleidsvorming. Ruimtebeheer Ruimtebeheer is een belangrijk onderdeel van de relatiebeheerder. Ruimtebeheer moet hier niet in de technische zin van het woord worden opgevat, maar kantorruimte huren centrum Eindhoven in de commerciële zin van het woord. De huurder is namelijk niet zozeer geïnteresseerd in de bouwkundige opbouw van de ruimte, maar veel meer in de indeling van het totale gebouw in ruimten en de eigenschappen van de ruimten. Om deze reden is het van belang dat de relatiebeheerder de ruimte-indeling en ruimtefuncties op een efficiënte manier kan monitoren. Het resultaat zal veelal de berekeningsgrondslag van tal van doorbelastingen bepalen en als basis fungeren voor het opstellen van facilitaire contracten. Dergelijke overzichten zijn van grote goedkope kantoorruimte huren den haag waarde voor de relatiebeheerder bij de analyse van wat de bestaande of potentiële huurder precies wil en wat de relatiebeheerder kan aanbieden. Tekeningen en overzichtsfoto’s verduidelijken het geheel. Bij de vaststelling van de huur- of verkoopprijs van het vastgoedobject speelt het verhuurbare vloeroppervlak een belangrijke rol. De bepaling van dergelijke oppervlakten is aan vastomlijnde regels gebonden die zijn beschreven in de norm NEN 2580 voor het eenduidig bepalen van oppervlakten.

Rapportage op bedrijfsniveau

Rapportage op bedrijfsniveau Een meerjarenbeheerplan op bedrijfsniveau geeft de kernpunten weer uit de meerjarenonderhoudsrapportage op gebouwniveau. Gegevens over het totale bezit worden kernachtig weergegeven en de belangrijkste analyses worden uitgevoerd. Te denken valt aan onderverdelingen naar: – bouwtype; plaats; wijk; bouwjaar klasse. Daarnaast verwacht bedrijfsruimte huren amsterdam men hier overzichten van de meest voorkomende gebreken, portfolioanalyses, benchmarking, enz. 7.5 Financiële plantoetsing Op basis van het Programma van Eisen voor Instandhouding ( PvE-1) is een meerjarenbeheerplan opgesteld. In dit meerjarenbeheerplan zijn noodzakelijke activiteiten in de tijd gepland bedrijfspand huren Arnhem en is daarbij aangegeven wat de kosten daarvan zijn. Omdat bij het 261 7.5.l VASTGOED MANAGEMENT opstellen van het PvE-I rekening is gehouden met de wensen van de klant en van de exploitant van het vastgoed en het meerjarenbeheerplan hierop is gebaseerd kunnen we ervan uitgaan dat de klant na uitvoering van het kantorruimte huren centrum Eindhoven  meerjarenbeheerplan tevreden zal zijn en dat het vastgoed de gewenste kwaliteit heeft. Of het financieel verantwoord is alle kosten zoals opgenomen in het meerjarenbeheerplan uit te geven is nog de vraag. Figuur 7-23 De kunst van het wankele evenwicht tussen: goed is goed genoeg tegen gewenst goedkope kantoorruimte huren den haag rendement De kunst van het wankele evenwicht tussen: goed is goed genoeg tegen minimale kosten Het spreekwoord ‘de kosten gaan voor de baat’ gaat ook hier op. De kosten zijn bekend, maar hoe staat het met de baten? In hoeverre de exploitant in financiële zin baat heeft wordt onder andere uitgedrukt in rendement. Te onderscheiden zijn: direct rendement en indirect rendement. 7.5. 1 Rendement In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de berekening van direct rendement, indirect rendement en van het totale rendement.

Welke soorten trends zijn er?

Welke soorten trends zijn er?
We kunnen een onderscheid maken in macro-, mini- en microtrends.
Macrotrends
De bedrijfsruimte huren amsterdam term ‘macro’ heeft niets met de omvang van de trend te maken, maar eerder met de sporen die deze nalaat in de bedrijfspand huren Arnhem maatschappij. Macrotrends veranderen langzaam het normen- en waardenpatroon van onze samenleving. De levensduur van een macrotrend kan enorm variëren. We moeten rekening houden met periodes van 15 tot 50 jaar. Trends komen zeer langzaam op en zijn daardoor zo goed als onzichtbaar. De kantoorruimte huren centrum Eindhoven langzame ontwikkeling van trends betekent dat we onbewust worden meegesleurd en een trend als vanzelfsprekend ervaren. Pas vele jaren later worden we ons dan bewust van wat ons is overkomen. Macrotrends hebben vaak een overrompelende kracht. Vanwege het langzame tempo waarin een macrotrend zich doorzet hoort men vaak: “Oh, het zal mijn tijd wel duren!” Echter, door de overrompelende kracht van een macrotrend heeft deze houding vaak desastreuze gevolgen. Managers die macrotrends vroegtijdig waarnemen en hierdoor als het kantoorpand te huur in Den Haag ware een maatschappelijke stroming kunnen voorspellen, zijn in het voordeel bij het waarborgen van de continuïteit van de eigen organisatie. Wat we ook doen, een macrotrend kunnen we niet voorkomen, hoogstens iets vertragen.

Minitrends
Minitrends vormen één van de vele verschijnings- en verspreidingsvormen van een macrotrend. Ze laten kleinere en ondiepere sporen na en hebben een veel kortere levensloop. Ze worden vaak verward met de onderliggende macrotrend. Een minitrend geeft echter veel minder richting aan ons leven dan een macrotrend, maar is daarentegen wel beter waar te nemen. Hierdoor zijn we ons sneller en beter bewust van een minitrend dan van een macrotrend. Minitrends hebben een levensduur van 5 tot 15 jaar.

de vastgoedmanager

de vastgoedmanager

In dit hoofdstuk staat de bedrijfspand huren Arnhem rol van de vastgoedmanager centraal. Vastgoed verandert
immers niet vanzelf. Het zijn altijd mensen die – onder leiding van de Kantoor huren Amsterdam manager – het
vastgoed door hun handelen aanpassen. Managen is het leiden van mensen, de mensen
in beweging krijgen en houden, met de bedrijfspand huren tilburg blik gericht op het realiseren van waarden.
Hiervoor moet de manager zelf ‘in leven’ zijn, door voortdurend in contact te staan
met mensen die hem voeden en aanzetten tot leren. De kantoorruimte huren centrum Eindhoven vastgoedmanager heeft oog
voor die voortdurende veranderingen en weet die te vertalen in actie. Actie, die door
de medewerkers wordt gedragen. De manager weet te inspireren en is zich bewust dat
met samenwerken meer kan worden bereikt dan wanneer ieder voor zich werkt.
De vastgoedmanager kent in ieder geval zijn plicht om te zorgen dat vastgoed geen
negatieve invloed heeft op de veiligheid en de gezondheid van de gebruikers en de
mensen in en rond het gebouw. Deze plicht geldt voor iedereen die bij het bouwen en
beheren van vastgoed betrokken is: naast de vastgoedmanagers zijn dat de architecten,
de ingenieurs en bouwers, maar ook de onderaannemers en de toeleveranciers. Bij
overtredingen treedt de Wet op de Economische Delicten in werking. Per l april 2007
is de zorgplicht opgenomen in de Woningwet, die zich uitstrekt tot alle bouwwerken
en niet alleen tot woningen!

de REN

de REN

Gebruikers kunnen de kantoor huren amsterdam grachten  REN onder andere inzetten om de wensen en eisen ten aanzien van een nieuwe huisvesting te vergelijken met beschikbare alternatieven. Met behulp van de REN kan dan als eerste de vraag worden geformuleerd. Daarbij wordt het belang van elk aspect aangegeven door te kiezen tussen de letters A, B en C. Daarna geeft de  bedrijfsgrond huren Arnhem eindgebruiker per aspect aan welk kwaliteitsniveau gewenst is, waarbij gekozen wordt uit de vijf kwaliteitsniveaus die de REN formuleert. Het resultaat is het zogenaamde vraagprofiel. Potentiële nieuwe huisvesting, het aanbod, wordt op eenzelfde wijze beoordeeld. Dit levert per object het zogenaamde aanbodprofiel op. Door het vraagprofiel te confronteren met het aanbodprofiel (matchen), ontstaat een beeld van te weinig kwaliteit (onderprestaties) en te veel geboden kwaliteit (overprestaties). Dit noemt men het matchprofiel. Dit profiel kan dan beoordeeld worden op de technische en kantoorruimte huren centrum Eindhoven  financiële consequenties. Als onderprestaties onacceptabel zijn, zal het betreffende aangeboden gebouw vervallen als optie. Vooral door de uitgebreide aspectenlijst heeft de REN bewezen een handig instrument te zijn bij het beoordelen van de kwaliteit van gebouwen en het in kaart brengen van de eigen behoeften. De methode kent echter nog steeds een aantal beperkingen. Zo is flexibiliteit niet eenduidig gedefinieerd en is de  Bedrijfsruimte huren Haarlem beoordeling daarvan zeer afhankelijk van de omstandigheden. Zowel bij de REN als bij vergelijkbare beoordelingsmethodes is het mogelijk om het kwaliteitsniveau aan de hand van een score te vertalen in een cijfer. Door de cijfers op te tellen, ontstaat een gemiddelde. Om recht te doen aan de belangen, wordt dan nog een wegingsfactor geïntroduceerd. Het gebruik van zo’n systematiek heeft twee belangrijke nadelen.
Het eerste is dat de wegingsfactoren die een verband aanbrengen tussen de scores onderling, vaak worden ingegeven door een subjectieve waarneming en dit leidt dikwijls tot een overgenuanceerd beeld. Een gevolg hiervan is schijnnauwkeurigheid van het eindcijfer of het gemiddelde. Het tweede nadeel is de compensatie van goede en slechte scores. Vaak blijken de eindcijfers bij een groep gebouwen allemaal uit te komen op een 6,5, met andere woorden, de verschillen vallen weg.